Verhagen Administraties

Volledig bericht

Naar de algemene nieuwspagina


Belastinginspecteur moet onzakelijkheid lening BV bewijzen

Datum 26-03-2015 - 13:43

Het is aan de inspecteur om te bewijzen dat een door een BV verstrekte lening niet zakelijk is. De Hoge Raad heeft aangegeven dat deze bewijslast bij de inspecteur ligt en niet bij degene die de lening heeft verstrekt.

In deze zaak ging het om een directeur-grootaandeelhouder die 100% van de aandelen in bv X bezat. Daarnaast had hij 47,5% van de aandelen in bv Y. In 2006 leende bv X € 150.000 aan bv Z, waarin bv Y een belang hield. Bv Z ging echter failliet. Bv X nam daarom een voorziening op van € 150.000. De inspecteur corrigeerde dit echter omdat volgens hem privé -aandeelhoudersmotieven een rol speelde. Het gerechtshof had aangegeven dat de bv moest aantonen dat er zakelijke motieven aanwezig waren om de lening te verstrekken. De Hoge Raad oordeelde echter anders.

Een debiteurenrisico gelopen

Volgens ons hoogste rechtsorgaan had de inspecteur eerst de vraag moeten stellen of het ging om een geldlening die niet kon of zou worden afgelost. Omdat hij dit niet had gedaan, moest hij bewijzen dat de bv door het verstrekken van de lening een debiteurenrisico zou hebben gelopen, dat een onafhankelijke derde nooit genomen zou hebben onder dezelfde voorwaarden en omstandigheden. Dit was niet gebeurd. Het Hof was dus uitgegaan van een onjuiste bewijslastverdeling. De zaak is verwezen naar een ander hof.


Naar de algemene nieuwspagina